Voorwoord
In 1982 nam ik 6 maanden deel aan de VN Vredesmissie in libanon, UNIFIL (United Nations Interim Force in lebanon). Een deelname die toch wel, naar later bleek, een groot deel van mijn leven heeft bepaald en gevormd. naarmate de jaren verstreken werd ook de wens groter om terug te keren naar het gebied waar ik destijds 6 maanden was gelegerd. Ergens rond mijn 45e levensjaar slaakte ik de eerste keer de kreet: ‘Als ik 50 ben, dan ga ik terug naar Libanon!’.
‘Als ik 50 ben, dan ga ik terug naar Libanon!’
Die wensdroom kwam niet uit en de daarop volgende jaren leek het er nooit meer van te komen. Totdat mijn schoonmoeder in 2022 vertelde te hebben gespaard voor deelname aan een terugkeerreis. Indien gewenst konden wij gaan!
(Tussentijds had vriendin Marion, die voor de start van het diorama heeft gezorgd, ook een prachtige donatie toegezegd om tijdens een terugkeerreis over voldoende zakgeld te beschikken. Wat hield ons nog tegen? Niets toch?).
27-11-2022 |Een mailtje van Jeannet Kleine Schaars, Secretaris van Veteranen Voor Libanon (VVL). Tijdens Veterandag 2022 sprak ik haar bij hun stand op het Malieveld en kocht een -niet winnend- lot… In het mailtje stond dat er een reis is gepland voor april 2023 en of wij misschien geïnteresseerd waren? Na kort overleg in huiselijke kring en met de bevestiging van schoonmoeders volgde enkele dagen later het verlossende woord aan Jeannet: ‘JA, wij gaan mee!’
Ons ‘JA’ betekende een snelle gang naar het gemeentehuis voor een reisdocument, pasfoto’s voor de organisatie van VVL en het boeken van twee retourtjes bij Transavia. (Vanwege het te bezoeken UN hoofdkwartier moest de VVL informatie aanleveren). Reeds op 11 januari hadden wij aan al het gevraagde voldaan. Wij zouden zo, bij wijze van spreken, in het vliegtuig kunnen stappen. Er was geen weg terug meer.
Op 05-02-2023 kwamen alle deelnemers aan de terugkeerreis samen voor kennismaking en nadere informatie bij NUNU in Raalte. Na onderweg nog een kleine versnapering te hebben genoten arriveerden wij klokslag 10 minuten te laat op de locatie. Na een voorstelrondje kwamen de details op tafel: o.a. welke post(en) wil je graag bezoeken of zijn er andere dingen die je graag zou willen zien? Wat voor bed wil je in de hotels? -Wij kozen een Kingsize exemplaar-. Enz. enz. Voldaan van de info, van de overige deelnemers en de genoten maaltijd kwamen wij even na 21:00 uur weer thuis.
Het 11e uurtje. Niet geheel onbelangrijk die dag was de toost op alle maatjes die ons helaas zijn ontvallen en als ik het goed heb begrepen gaan wij dat in Libanon dagelijks herhalen! Kom ik nu voor de 2e keer terug uit Libanon met een alcoholprobleem? “Dacht het niet!”
Overigens is er in het najaar van 2022 een filmploeg van RTV-Oost meegereisd met het VVL. De gemaakte documentaire werd in januari 2023 landelijk uitgezonden en geeft een goed beeld van onze reis: https://veteranenvoorlibanon.nl/publicaties/documentaire-vergeten-missie-rtv-oost
In 1982 maakte ik gebruik van een eenvoudige fotocamera. De stille wens voor een spiegelreflex was destijds niet voor mij weggelegd. De felbegeerde Canon A-1 kwam pas in 1997, als cadeautje van Saskia, wel in mij bezit. Daar heb ik tot het digitale tijdperk veel plezier mee gehad.
En nu ging ik weer naar Libanon. Daarvoor moest voor mij toch echt wel de A-1 uit de mottenballen worden gehaald, rolletje erin en schieten maar. De euforie van het rolletje laten ontwikkelen en afwachten of er überhaupt een mooie foto tussen zit past in mijn beleving wel bij een reis naar het verleden.
Gedachten
06-02-2023 |Niets staat de terugkeerreis meer in de weg. De boeking is gedaan, alles staat klaar. Maar hoe voel ik mij nu? Eigenlijk ben ik nog heel gelaten en zie ik nog het meeste op tegen de vliegreis. Ik haat vliegen, schijt letterlijk peultjes bij de gedachte dat er in zo’n vliegende doodskist gestapt moet worden. Echt, daar maak ik mij nu al druk over.
Na de informatiedag van gisteren is mijn nieuwsgierigheid wel gewekt en denk ik ook wel dat de drie geplande dagen in Zuid-Libanon ruim voldoende voor mij is. Eerst hoefde de andere bezienswaardigheden in Libanon voor mij niet zo, het eigen gebied was leidend voor deze reis. Maar nu kijk ik er wel positief naar uit. De definitieve bevestiging dat de locatie van post 7-2 zal worden bezocht is voor nu het hoogtepunt.
20-04-2023 | Nog een nachtje slapen. Namaten de weken verstreken en het aftellen nog maar dagen werden sloeg de stress navenant toe. Zit straks alles wel in de koffer? Want hoe minimalistisch wij ook willen reizen, er moeten toch echt wel belangrijke zaken mee. Terwijl Saskia aan tandpasta dacht was ik bezig met de inkoop van extra liquid voor de smoker en Fixodent, je zal maar zonder komen te zitten. Tja, en Saskia ziet Libanon als een nieuw avontuur terwijl ik niet verder kan (en wil) kijken dan 1982. ‘Zal ik voor de zekerheid toch maar mijn walkman meenemen?’
04-04-2023 | Uit het niets twee dagen vertraging, twee dagen langer in Libanon, hoe gaan wij dit overleven?
Voor mij was de gesteld keuze tussen wel of niet akkoord gaan bij Transavia snel gemaakt maar bij Saskia kwam het nieuws wat harder aan. En hadden wij overigens een andere keus? Wij blijven twee nachtjes langer en de organisatie heeft inmiddels verteld dat deze extra dagen goed besteed gaan worden! (Rust bij de stukken heet dat onder soldaatjes).
13-04-2023 | Vandaag ontvingen wij het definitieve reisschema en dat ziet er meer dan geweldig uit. Die twee extra dagen worden ook op een fantastische manier gevuld door naar droomplekken te reizen. (Kijk regelmatig naar filmpjes over Libanon en zie dan paradijselijke plaatjes voorbij komen. Een paar daarvan gaan wij in die twee dagen extra bewonderen).
Gedachten
Nog maar één week te gaan. Het heeft even geduurd maar ook Saskia is nu helemaal content met de extra twee dagen en haar enthousiasme is sowieso heel erg toegenomen. De koffers zijn inmiddels tevoorschijn gehaald en er liggen checklijsten bovenop, meer niet. Dit benauwd mij wel een beetje, vergeten wij door het late pakken straks geen dingen? Het belangrijkste, de paspoorten en de dollars zitten inmiddels in de reistasjes die je op het lijf draagt, zonder dat kom je nergens. Al hoewel ik deelname aan de reis zoveel mogelijk geheim wilde houden sijpelde hier en daar wat door over mijn lippen. Misschien ga ik het overmorgen meenemen in de toespraak voor Helmen Vol Verhalen.
REISVERSLAG
VRIJDAG 21 APRIL 2023
12:45 uur | Met uitzicht over een stukje Schiphol en een aantal vliegtuigen aan de slurf genieten wij een kopje koffie met een broodje. Over anderhalf uur gaan wij de lucht in!
De ochtend verliep soepeltjes. Dochter Sophie was ruim op tijd en begon vrijwel direct onze bagage in haar autootje te laden. (Ik had net daarvoor Daniël afgezet voor de Koningsspelen. Ach ach, wat een emoties). Stipt op tijd van huis en volgens planning op Schiphol, dat verliep vlotjes.
Na alle deelnemers hartelijk te hebben begroet volgde na het inchecken het “11 uurtje”. Wij hadden, even tussen ons gezegd, 0,0 last van rijen of ander soort ongemakken bij de douane. (Volgens Saskia was het wel overdreven en gênant dat de dame van visitatie hoognodig in mijn broekje moest wroeten en de twee bobbels die even onder mijn jukbeenderen zitten te controleerde op echtheid. Echt waar gebeurd!).
15:15 uur |Iets met een 🐕 die niet in het ruim paste, een reiziger die er uit moest en het daaraan verbonden veiligheidsprotocol zorgde voor een uurtje vertraging. Daarna ging het prima met de vlieg angst. (Blijf het bijzonder waardeloos vinden). Ondertussen is Saskia druk in gesprek met een Syrische jongeman dus die heeft even geen tijd voor heimwee😃).


23:00 uur | Na een perfecte landing met schitterend zicht op verlicht Beiroet duurde het best wel even voordat wij het vliegveld konden verlaten. De bagage werd rappiedo in een gereedstaande bus gepropt en of we go. De twee Libanezen in de bus, Afif de chauffeur en gids Georges bleken stukken aardiger als die poppetjes van de douane. En dan kom je op de weg naar het hotel in Byblos ogen en oren tekort. Het lijkt niet alleen, het is gewoon zo, iedereen die doet maar wat op de weg. En het maakt niet uit waarin of waarop je rijd. Even omschakelen dus anders is het niet goed voor je hart. Het gaat van prachtige bolides naar auto’s die bij ons in 1982 nieuw waren. En al was het hier al aardedonker, diverse bestuurders hadden schijnbaar moeite om de lichtschakelaar te vinden. Na het trotseren van wat gaten in de weg en onzichtbare drempels die je bewust maakte dat de bus ook een dak heeft kwamen wij bij het hotel in Byblos aan.
Maar ik ben er, ik ben weer terug in Libanon! En al zie ik maar weinig door de duisternis, het voelt vertrouwd. En wat ik hierboven al schreef, die eerste indruk, het is nog steeds een avontuur om hier te zijn.
Het is Suikerfeest en na ons in te hebben gecheckt in hotel Aleph liepen wij door gezellige straatjes vol feestende mensen naar restaurant Malena. Het was ondertussen reeds 23:30 uur (Libanese tijd = +1 uur) eer wij de eerste heerlijke hapjes naar binnen konden schuiven en nader kennis te kunnen maken met Georges en Afif.
Gedachten
Ik ben er, dat is wel het belangrijkste. Van wat ik tot nu toe gezien heb herken ik niets, alleen de atmosfeer wel, bij het uitstappen uit het vliegtuig rook en voelde ik direct Libanon. Maar wat wil je, het was ook aarde donker. De eerste voorzichtige stapje op Libanese bodem hadden iets van thuiskomen. Het geeft een emotioneel en overweldigend gevoel om hier weer te zijn. En waar was mijn vliegangst? Het vliegen was anders, Ik vloog naar het land waar mijn hart ligt.
Elke dag sluit ik af met een fotoslide van die dag gemaakte foto’s.
Zaterdag 22 april
De stroom viel vannacht meerdere keren uit, dus ook mijn apneu dinges. Gevolg was dat ik, nog voordat het keukenpersoneel was gearriveerd, zat te genieten van het uitzicht op het dakterras van het hotel. Met de ochtendzon op mijn toet, een heerlijke temperatuur en het inademen van zuivere schonen lucht begon de week niet verkeerd.
Om 10:00 uur vertrokken wij te voet naar de ruïnes in Byblos. Onze gids George vertelde vol enthousiasme over alles wat wij daar zagen. Hij weet volgens mij heel erg veel dus dat gaat de komende week veel beloven!
Hierna ging de reis naar Beiroet, er moest geld worden gewisseld. Vanwege de extreme inflatie was het verstandiger om dollars om te wisselen voor Libanese ponden. Let op 96000 LIP voor $1,-. Zodoende zaten wij niet veel later als miljonair in de bus. Saskia en ikke hadden 2 miljoen in de pocket 😃en dat paste niet allemaal in onze twee buideltjes. De locatie van het wisselkantoor was anders ook een feestje op zich. Je kwam ogen en oren te kort voor wat daar op zo’n druk verkeersplein allemaal gebeurde. Er gelden namelijk helemaal geen regels en geld het recht van de sterkste. Het enige probleem was dat iedereen er daar zo over denkt. Alles wat maar kan rijden reed daar aan je voorbij, een onwaarschijnlijk schouwspel in een nog verbazingwekkendere stad.
De bus ging ons naar de grotten van Jeita brengen. Op deze tocht de bergen in (Libanon is 70% berg) maakte wij een stop aan de “Dog River” met de Nahr El Kalb (Stone Carvings) en een historische brug waar tevens een stuk romeins aquaduct ligt. (Terwijl je daar loopt rijden de auto’s je zowat uit je schoenen. Het mag dan weg een eenrichtingverkeer uitvoegstrook van de snelweg zijn, ze rijden daar net zo makkelijks in z’n achter- of vooruit tegen het verkeer in). Nog voor wij bij de grotten zouden arriveren werden ons toch wel hongerige maagje gevuld in restaurant “Simar El Bahr” te Jounieh met een overdaad aan heerlijke vissoorten en overige lekkernijen.
De grotten van Jeita liggen in een prachtig dal en zijn verdeeld in een lager en hoger liggend deel. Er stroomt daar met veel geweld smeltwater door diverse sluizen en dat haar weg vindt in een schitterende lager gelegen snelstromende beek. Het lager gelegen grotdeel deden wij als eerste aan, daar voer je in een bootje doorheen en de hoger gelegen grot ging te voet. Tussen deze twee grotten in was het tijd voor het “11 uurtje”. (Nu hebben Saskia en ikke veel grotten gezien maar deze spant toch echt wel de kroon). Het was een prachtige beleving.
Hierna zette wij koers naar de Lady of Lebanon, een hoog op een berg gelegen standbeeld van de maagd Maria alwaar zij uitkijkt en waakt over Beiroet. (Het was de bedoeling dat wij met een kabelbaan zouden afdalen naar de stad maar helaas ging dat feest niet door).
Terug gekomen in Byblos aten wij in hetzelfde restaurant. In het centrum was het wederom een feest van jewelste en waren diverse barretjes omgetoverd tot een soort van openlucht discotheken. Wij keken, met vingers in de oren, onze ogen uit op de feestende jongeren.
Zondag 23 april
Vandaag stond Baalbek op de agenda. Omdat ik lekker vroeg wakker was besloot ik er eventjes alleen op uit te trekken en naar het strand te wandelen. In alle stilte genoot ik daar van de rust, de blauwe zee en het rustgevende geluid van een in de zee uitstromende beek. Die beek neemt neemt helaas ook veel afval mee en dat is daar wel een dingetje. En dit afval werd op dit vroege tijdstip al doorzocht door een armlastige deel van de bevolking.
Op dus naar Baalbek, een hele lange rit naar de andere kant van het Libanon gebergte. (Een reis van 2uur en 1 minuut). Onderweg maakten wij een korte stop om water in te slaan en voor de snoepers onder ons parkeerden wij voor Patisserie SeeSweet. Dit bleek een waar walhalla voor Saskia, alleen maar zoetigheid. (En gelukkig een koffiecorner waar ook vers ijs word verkocht en als je ergens over wil schrijven moet je het wel uitproberen, toch?).
Baalbek met haar prachtige en indrukwekkende bezienswaardigheden, je zou er een heel blog aan kunnen wijden met wat wij daar allemaal hebben gezien. Na eerst een immense uit de rotsen gehouwen steen te hebben bewonderd verplaatsen wij ons naar de grootste tempels ooit door de Romeinen gebouwd. Wat mij direct al opviel was dat je daar net als op de weg, niet word doodgegooid met regels en verplichtingen. Je kan daar overal op, onder of overheen en als je het aan wilt raken is er niemand die je op de vingers tikt. (In overgereguleerd Nederland zou zo’n tempel vol hekken, gebodsborden en tientallen suppoosten hebben gestaan). In de “Kleine Tempel” hielden wij het 11e uurtje. Een verdere impressie vindt je terug in de fotoslide.
En toen was het tijd voor een heerlijke lunch (hè hè, het was ondertussen al 14:30 uur) bij restaurant Lakkis met heel veel vlees en kip. In het gebergte kwam daarna een bezoek aan de Lady of Zahlé, een 54 meter hoog uitkijkpunt. Tijd om korte metten te maken met hoogtevrees en de lift ingestapt. Wat een uitzicht!. (Als de ferme bries er niet zou zijn geweest had je mijn knieen horen klapperen).

Reeds moe van de dag restte ons enkel de lange reis naar Tyre, een reisje van meer dan 3 uur en 27 minuten! Nu komt het allemaal wel hel erg dichtbij, nog maar een nachtjes slapen en dan staan mijn voetjes weer op 7.2. Onderweg moest er voor de alcoholgebruikers onder ons drank worden ingeslagen. Tyre ligt namelijk in een moslim deel van Libanon en daarom is er in het hotel geen alcohol te krijgen. (zelf meegebracht consumeren mag wel). Er viel voor mij weinig in te kopen als je niet drinkt en daarom strekte in mijn beentjes maar op de parkeerplaats. Daar liet een echtpaar trots hun kindje zien en kwamen Francis Poncherello en Jon Baker even buurten. (Voor de jongeren onder ons: van de tv-serie “CHIPS“).
Het was al pikke donker toen wij arriveerde in het Platinum hotel te Tyre. Het enige wat ik herkende was het daarnaast gelegen Tyre Barracks. (Helaas bleken wij daar niet meer binnen te komen, dit tot verdriet van reisgenoot Gerrit die o.a op dit terrein gelegerd is geweest). Wij vielen in de prijzen met de familie suite.
Aan de voor- en achterzijde van het hotel zie je vanaf de begane grond niets van wat er zich rondom het hotel plaatsvindt. Gerrit Kracht maakte deze twee prachtige foto’s vanaf het dak en just around the corner.


Gedachten
Ik ben nu twee volle dagen in Libanon en tot nu toe genoten van al het prachtigs dat het land rijk is. Het contrast van arm en rijk, van verval en statig is overweldigend, zo kon ik Libanon niet, het was toen alleen maar zwart-wit. Maar op de atmosfeer en het zien van Tyre Barracks in het donker nog geen herkenningspunten gezien. Waar je ook maar rijd, stilstaat of zit, je komt ogen en oren te kort. Eergisteren zijn wij dan wel letterlijk geland maar dat voelt in het hoofdje nog niet zo.
Maandag 24 april
Na een korte nacht was het rond 06:30 uur goed vertoeven aan het grote zwembad met een bakkie redelijke pleur. Kort na het ontbijt stapten wij rond 08:00 uur in de bus om (na al die jaren) naar het Unifil gebied af te reizen. Wat overigens niet ver van ons hotel ligt. En hoe stoer ik ook mag doen, ik brak. Brak bij het naderen van zoveel herkenbaars en om er weer ECHT te zijn.


Op de zo herkenbare kustweg passeerden wij de kruising waar post 7.1 lag en de weg naar mijn post op mij lag te wachten. Wachten omdat wij eerst het hoofdkwartier van de UNIFIL in Naqoura gingen bezoeken. Onderweg passeerden wij de prachtige witte rotsen aan de al even mooie blauwe zee. Het hoofdkwartier bleek uitgegroeid tot een waar dorp. In 1982 ben ik daar eenmaal heel even geweest en herkende eigenlijk niets meer.
Eenmaal binnengeloodst in het streng bewaakte hoofdkwartier kwamen wij in een prachtig aangelegde basis terecht. Na een hartelijk ontvangst van twee Nederlandse officieren, Annelies Koning en Jordi kregen wij een korte briefing. Er volgde een korte ceremonie bij een monument en kregen op een schitterend plekje aan zee een voortreffelijke (internationale) lunch aangeboden. Na deze lunch reden wij met de bus naar boven, nog steeds op het hoofdkwartier, naar Italian air. Een van hun helikopters was warm aan het draaien en vielen met onze neus in de wieken boter. Een korte briefing van een met zwaar Italiaans accent prekende officier volgde. Toen mochten wij de heli’s van dichtbij bekijken. (Ik keek mijn ogen uit naar de helikopters en Saskia naar diegene die ze vlogen).
In de bus namen wij afscheid van Annelies & Jordi, waarbij Jordi vertelde ons dankbaar te zijn. Nu hij ons had ontmoet en onze verhalen te hebben aangehoord zei hij onder andere dankbaar te zijn en dat wij de tol hebben betaald waardoor hij zich nu redelijk vrij in Libanon kan bewegen. (Hij woont zelfs gewoon in de stad Tyre).
Na dit hartelijk afscheid verlieten wij het hoofdkwartier om op een paar tientallen meters daar vandaan wat winkeltjes te bezoek. In een van die winkels werd zoveel aangeboden dat je door de bomen het bos niet meer zag. Maar het lukt mij wel om de gewenste Unifil vlag te kopen. Eentje die qua tekst en afbeelding lijkt op die wij destijds hadden. Al hoewel het natuurlijk toeristische prullaria is hoop ik er toch lang mee te doen. Maar wat een verschil weer. Wat vroeger in alle haast neergezette bouwsels waren ligt nu een kleine winkelstraat. En wees maar gerust, de prijzen zijn nog steeds conform de goed verdienende militairen.
De posten
POST 7.2
Na een korte doch zeer herkenbare tocht belande wij op de ruïnes van het kruisvaarderskasteel dat boven voormalig post 7.2 ligt. De ruïnes worden gerestaureerd en eigenlijk herkende ik er niet veel van. Ik was er immers maar één of misschien twee keer naartoe geklommen. Het uitzicht was anders wel héél herkenbaar. Mijn interesses lagen op dat moment ook niet bij het kasteel want ik wilde liever direct naar beneden, naar mijn post. Door hulp van een reisgenoot kon ik over wat muurtjes en puin heen klimmen om daar te staan waar ik hoogstwaarschijnlijk ooit stond om 7.2 van bovenaf vast te leggen. Na al die jaren weer zo dichtbij te zijn maakte mij anders meer dan blij!
Maar voor mij is en was de ruïne geen post 7.2, die lag lager. Het duurde even voordat wij in de bus zaten om iets af te dalen naar de voor mij oh zo bekende weg. Terwijl verder iedereen in de bus bleef zitten liepen Saskia, Gerrit, Georges en ikke naar de plek waar ik al tientallen jaren naar uitkeek. Het felbegeerde zand voor het diorama heb ik kunnen scheppen, een paar foto’s van waar ooit de post stond en van het bekende Libanese huis werden gemaakt toen het weer tijd was om verder te gaan. (Achteraf bleken dit 10 minuten te zijn geweest, ik kom daar nog op terug).
(Al is het heel erg verbouwd, de fundamenten van het huis op de achtergrond zijn nog hetzelfde als dat in het diorama).
POST 7.5
We reden verder om post 7.5 te zoeken. Na wat gepuzzel sprak onze gids een local aan om de weg te vragen. Reisgenoot Enno liet een oude foto zien aan deze local en die herkende op zijn beurt zijn oma hierop. Niet veel later werden zij herenigd en volgde een emotioneel weerzien. Voor mijn gevoel lag 7.5 anders maar alles is daar ook anders geworden en op wat er nog restte aan (best veel) oude restanten van de post herinnerde ik mij nog wel het een en ander. In 1982 was er véél minder bebouwing en al de nu aanwezige vegetatie al helemaal niet.
Tijdsdruk maakte het dat wij niet meer via 7.2 terug gingen rijden en er helaas geen mogelijkheid meer was om 7.2 vanaf de andere zijde te fotograferen. Via een mij niet bekende maar mooie weg reden wij via de wadi tussen 7.5 en 7.4 naar Majdel zoun om post 7.4 te bezoeken. Tijdens deze rit zag ik rechts van ons een heuveltop waar naar mijn idee ooit post 7.6B moet hebben gelegen. (Die weg was overigens een soort van Efteling 2.0. Alsof je in de Pyton zat). Maar goed, we verlieten de oude enclave van majoor Haddad. Voor mij te snel…. (7.2 in 10 minuten, speeddaten 2.0 zeg maar).
POST 7.4
Op de appelplaats na was alles wat ooit onze commandopost was weg. Het uitzicht was anders nog steeds fenomenaal en meer dan herkenbaar. (Op de achtergrond ligt post7.2) De locatie bied nu onderdak aan een lokaal hoofdkwartier van Hezbollah dus even oppassen in welke richting je fotografeerde of filmde. Daar werd overigens meer dan streng op gelet door mannen die niet van onze zijde weken.
Hierna liepen wij gezamenlijk mee met een leraar, een persoon met hoog aanzien in het dorp. Wij werden hartelijk verwelkomt in zijn huis en daar wachtte ons traditionele thee en koffie met veel zoetigheden. Een bijzonder moment kan je wel zeggen.
Vanaf zijn terras had ik een prachtig uitzicht op de omgeving en herkende heel veel van en in het landschap. De plekken waar ik ooit patrouilles liep en de plek waar ooit mijn eerste post (7.6B) lag was met de telelens goed te vinden.
POST 7.17
We zijn weer beneden, nabij de kustweg alwaar het huis waarin post 7.17 zich bevond. Het staat er nog, maar in zo’n slechte staat dat het omringt is met hekken. Hoe gaaf is het dat de door Nederlandse Unifillers geschilderde tekst “Chalie’s Angels” nog steeds zichtbaar is. Maar goed, al kan je er dan wel niet meer in, aanraken kon wel. En het zal mij niets verbazen dat het nu toch echt wel snel tegen de vlakte zal gaan want de familie die er recent nog woonde is weg. (Daarom maar een stukje steen gepikt). En als je ziet wat er nu naast is gebouwd, een groter verschil is er niet maar geeft ook wel het verschil tussen arm en rijk aan in Libanon.
Terwijl Saskia veel aandacht kreeg van een groepje jonge jongens op brommers maakte ik de nodige foto’s en gebruikte de mascotte van het VST om een oude herinnering vast te leggen. (Destijds zelf een weekje op deze post assistentie verleend en daarom wel een speciaal plekje).


Post 7.18
Het duurde even eer wij de plek waar 7.18 zich bevond te hebben gevonden. Althans, het asfalt van de appèlplaats dan. Ook daar kwam een local tevoorschijn die in een ver verleden voor ons als tolk werkzaamheden had verricht. Terwijl Saskia en Denise zich bezig hielden met lokale bewoners werden de foto’s van toen met de voormalige tolk Hassan gedeeld. Na dit mooie moment zochten wij nog even naar de restanten van restaurant Shariff. Daarna sloten wij de dag af met een diner aan het zwembad van ons hotel. Hier proosten wij op het 11e uur en mocht ik de voordracht doen.
Door diverse redenen was er vandaag geen tijd meer om 7.18 te bezoeken, dit tot grote teleurstelling van een van onze reisgenoten die daar heeft gezeten toen een van zijn maatjes om het leven kwam.
Gedachten
Pff, deze dag was intens, zit eigenlijk te vol om hier iets zinnigs over te schrijven maar leg het mijzelf op. Het is nog een ja en nee. Ik weet het even niet meer. Zoveel plekken uit 1982 gezien, gevoeld, belopen dat het mij duizelt. Aan de ene kant doet het zeer en aan de andere kantveelvreugde. De dankbaarheid van de ontmoette bevolking hakt er in, alsof mijn hart explodeerde. Deze mensen zijn nog geen spat veranderd in hun doen en laten, op heel veel plekken lijkt het anders maar diep van binnen niet. Veel dezelfde huizen, nu geen kameel in de binnenplaats maar geiten. Is de kameel inmiddels opgegeten? Ik weet nu nog niet wat ik met deceptie van de 10 minuutjes 7.2 moet. Die minuutjes vallen nu in het niet bij de bezoeken aan de andere posten. Maar ik heb er even met Saskia gestaan en dat pakt niemand meer af.
dinsdag 25 april
Post 7.19
Post 7.19 lag verborgen in de plantages en nabij de plek waar Phillip de Koning door een bermbom om het leven kwam. Een van zijn maatjes bevond zich onder ons en toen wij, opnieuw geholpen door een lokale bewoner, de weg naar de post en de locatie van de aanslag hadden gevonden volgde er veel emoties. (De plek van de post zelf hebben wij helaas niet kunnen bereiken, dit werd door een aanwezig Hezbollah figuur niet toegestaan). Een inktzwarte plek op een qua natuur gezien unieke plek. Het is daar allemaal zo dubbel.
De reis ging verder, naar de posten 7.9, 7.8, 7.11, Haris en 7.13. Voor dat wij naar deze posten gingen bezochten wij Qana met haar twee christelijke pelgrim locaties, een heilige grot en “Cane”, waar Jezus zijn eerste wonder verrichtte. Een hele mooie gedenkwaardige plek en hoewel mijn geloof in de loop der jaren wel een beetje gezakt is naar zo’n -10% blijft het mooi. (Mijn meegenomen flesje water veranderde daardoor waarschijnlijk niet in wijn).
Vervolgens belandde wij in het oude Fiji hoofdkwartier. In de oorlog van 1996 kwamen hier 106 gevluchte bewoners om door Israëlische beschietingen. De restanten van de loods waarin de vluchtelingen schuilde staat er nog en op wat ooit het Fiji hoofdkwartier was is de UN beschildering nog zichtbaar. En ook al is het een roestig wrak, zo’n tank van Russische makelaardij blijft een blikvanger. Toch een beetje vreemd allemaal, Unifiller zijn, gedenken en toeristisch gedrag schuurde hier wel heel erg.
Post 7.9
Een enorme watertoren in het landschap markeerde nog steeds post 7.9. (Er voorbij rijden was nagenoeg onmogelijk). Het was een in een groot vervallen woonhuis gebouwde post, gebouwd op onbekend fundament, een heel indrukwekkend fundament. En het staat er gewoon nog! Al ben ik er nooit eerder geweest, toch maakte de post veel indruk op mij. Niet alleen om daar live te zijn en de emoties van onze reisgenoot te mogen aanschouwen maar ook omdat één van mijn meest favoriete foto van een YP-408 is gemaakt. (Zie ik hier nu een nieuw diorama aankomen).
Post 7.8
Voor deze reis heeft Libanon Veteraan Erik Kuiper, die ongeneeslijk ziek is, een speciaal verzoek gedaan om een bloemetje meer te leggen voor de aldaar overleden Gerrit-Jan van Barneveld. Toen Gerrit-Jan daar noodlottig te val kwam uit een zendmast was Erik daar als een van de eerste hospikken bij om hulp te verlenen. Van de mast restte alleen nog de voet met daarin stukjes verwrongen ijzer, het maakte het er niet minder emotioneel door. Ik ken Erik persoonlijk en het deed mij heel veel om bij deze laatste groet aanwezig te mogen zijn. Overigens ken ik een van de oud-maatjes van Gerit-Jan goed en heb in gedachte ook een groet namens hem gebracht.
Post 7.21
Post 7.21 lag in het hart van het dorpje Kafra. In het dorp aangekomen voelde de lokale bevolking zich in eerste instantie wat ongemakkelijk met onze komt. Na wat boze blikken en verhitte mannetje arriveerde de burgemeester en sloeg de sfeer om. Terwijl de verhitte mannetjes op afstand bleven kijken ontving de burgemeester ons hartelijk en kon reisgenoot Gerrit alle herinneringen met hem delen. Terwijl ik en Saskia het tafereel op enig afstand gadeslagen genoten wij van een iets wat dementerende man die op de veranda van zijn huis liefdevol werd verzorgd. Ondertussen stroomde lekwater uit een waterleiding tussen onze voeten door en roken wij de rottende kip die even verderop op een muurtje lag, ook dat is Libanon.
7.11 Yatar
In Yatar werden wij welkom geheten door de Moechtar. Hij vereerde ons met een zéér lange speech waarin hij ons nog steeds dankbaar was voor de Unifillers die hun uiterste best deden in 1982 om zijn oudere broer van de Israëlisch te redden. Een indrukwekkend verhaal wat mij nog niet eerder was toegekomen. En wat dachten jullie van het (als beroepsfotograaf) door Gerrit geschoten portret?


Haris
Het bezoek aan Haris bevatte meerdere onderdelen. Zo pikte wij eerst “Speedy” op om samen met hem te lunchen. Speedy was is 1982 nog een klein mannetje dat in speed-time dingen voor Unifillers regelde, vandaar zijn bijnaam. Aan de andere kant leerden de Nederlandse militairen Speedy graag minder-gepaste woordje en zinnen. Zo slim als hij was/is leerde hij al snel vloeken en tieren in het Nederlands. En toen hij vandaag bij ons in de bus stapte gaf hij ons een warm welkom met wat hij destijds geleerd had. Het was maar goed dat er geen kleine kinderoortjes bij waren. Daarna bezochten wij de plek waar het herstelpeleton en de genie was gevestigd. Deze locatie was deels met de grond gelijk gemaakt en het enige wat restte waren wat blauw geschilderde steentjes tussen het puin. Ondanks dat kon reisgenoot Hans nog aardig wat vertellen over deze plek.
Door naar het oude hoofdkwartier van het Nederlandse bataljon. Dit herkende ik nog wel. (Nu mocht ik als soldaat wel naar binnen). Het gebouw staat er vervallen en leeg bij. (Misschien iets voor het programma “Het Roer Om”, bed & Breakfast “Saskia and Rianne”. Het zou zomaar kunnen in een land waar alles mogelijk is).
Niet veel later liepen wij de hoofdstraat met het dorpsplein op. Ik was mijn oriëntatie even kwijt en liep met Saskia de verkeerde kant op. Het bleek dat wat ik haar wilde laten zien straal voorbij was gelopen. Het gebouw waar met Koninginnedag 1982 het Hansje Ravesteijn incident heeft plaatsgevonden. Het stond anders nog steeds op dezelfde plek. Snel Saskia even vastgelegd op de voor mij oh zo bekende plek.


Post 7.13
Van post 7.13 was niets meer over. Het was even zoeken en na het op het verkeerde been te hebben gezeten bleek de juiste plek gevonden te zijn. Op de (nu) goede plek staat een prachtig huis. Na het bestuderen van wat meer foto’s bleken de even naastgelegen bouwvallen nog wel te bestaan. En goed herkenbaar ook, alsof er niemand meer met z’n tengels had aangezeten, alleen de Electra mast was verplaatst.
Post 7.7
Post 7.7 was eveneens in een bestaand huis gesitueerd en lag met zijn roadblock aan het begin van de “road under construction”. Al is het huis in de loop der jaren flink verbouwd, het staat er nog steeds. Toen onze bus voor het huis stopte werden wij direct welkom geheten en op de thee uitgenodigd. Toen oud postbewoner Glenn zijn fotoboek tevoorschijn haalde volgde een mooi en warm weerzien en werden herinneringen opgehaald. Er was helaas geen tijd meer voor thee en Libanese lekkernijen, dat bewaren we wel voor de volgende reis. Saskia was naar binnen geloodst voor een sanitaire stop en heeft binnen de hele familie mogen begroeten, inclusief en vrouw die beiden benen is verloren tijdens de laatste oorlog met Israël. (Zij was nog wachtende op protegés).
Moe maar voldaan streken wij aan de haven van Tyre in het gezellige restaurant “Le Phencien” neer. Zoals wij inmiddels gewend waren was het eten weer super, deze keer kregen wij shoarma voorgeschoteld.
Gedachten
De herkenning spat er vanaf. Ik ken niet alle posten, ook niet de mensen die daar destijds zaten. Maar wat ik vandaag ook weer meemaakte waren de emoties die het bij de reisgenoten losmaakte bij het terugkeren op ‘hun’ post. Niet kunnen bevatten wat voor leed 7.19 met zich meedraagt op een plek die qua natuur overweldigend is. Twee totaal niet met elkaar vergelijkbare dingen. (Maar het was wel zo). Ik wist niet waar ik met mijn emoties heen moest bij het leggen van de bloemen uit naam van Erik. De mast waar een maatje was uitgevallen en om het leven kwam was er niet meer maar de voet met laatste restjes staal wel. Er was voor mij weinig verbeelding nodig om de pijn van mijn maatje in Nederland (Gerard) te voelen. Ja, wat ik zag bij mijn terugkerende reisgenoten neemt niemand mij meer af.
Op eigen titel: Haris was destijds voor mij een no-go gebied. Zo weinig wij hadden en hoe sober wij leefden des te meer was er in Haris. In Haris kwam men door de vele winkeltjes en eetgelegenheden niets te kort en dat vond ik destijds zo krom. Dat gevoel blijk ik nog steeds niet kwijt te zijn.
woensdag 26 april
Het Hezbollah museum
Niets is wat het lijkt in Libanon maar wat je het meeste ziet is armoede en verval. Onderaan de berg van het museum is het armoede en verval maar naar mate je hoger je komt, des te minder verval en als je dan het museum nadert zie je iets heel bijzonders. Geen verval, alles kraakschoon en ongekende gecreëerde welvaart. Wat een contrast!

Het museum overtrof dit nog eens. Met oog voor detail kan ik wel zeggen dat alles, maar dan ook alles, tot op de fijnste puntje gelikt is.
Maar: de propagandafilm waarmee het bezoek begint druipt van de haat naar Israël en menig maal zie je de gestrekte rechterarm voorbij komen. In deze film ook veel leed dat de Libanese bevolking tijdens de oorlogen heeft ondergaan. De beelden waren verre van aangenaam en het kon niet anders dan dat dit ons gezelschap raakte. (Saskia raakte aardig overstuur).

In het museum was geen verbod om te fotograferen en daar maakte ik dankbaar gebruik van. (Als vervend modelbouwer, want zo mag ik mij best noemen, vroeg ik mij wel af of al de daar aanwezige oorlogsbuit origineel is. Neem nou een Merkava met een knoop in de loop, serieus!).
Gedachten
Ik weet niet wat ik na dit bezoek moet denken. Het is zo overweldigend en ja, het is een bak vol propaganda waar je in beland. Het zet je aan het denken als je als Nederlander je hele leven de andere kant van het verhaal voorgeschoteld hebt gekregen. Het eerste wat in mij opkwam was: het is hun land, het zijn hun gedachten en belevingen, het was/is hun oorlog, wij zijn te gast, dat heb je te respecteren.
Lunch
De lunch genoten wij aan de Groen Vallei, in het dorp van onze chauffeur Afif, die ons hier voorstelde aan zijn prachtige gezin. Na de lunch was er voldoende tijd om vanaf het terras de omgeving te bewonderen. Dit stukje Libanon geeft goed weer hoe het land beetje bij beetje weer aan het herstellen is. In de vallei en aan de zonkant gelegen hellingen zie je gecultiveerd land terwijl je aan de schaduwkant het land ziet als wij het ons herinnerde. Niet gecultiveerd en een smeulende berg afval langs de weg. Aan de andere kant is het ook niet logisch om land te cultiveren waar weinig zon op staat.

Kasteel
We bezoeken de prachtige ruïne van het Beaufort kasteel. Aldaar kwam ik ogen te kort. De grootsheid van het kasteel, het uitzicht en de aldaar aanwezige vegetatie zijn helemaal wauw. Zo zag ik bijvoorbeeld rotsplantjes tussen de hoge muren die je bij ons alleen in tuincentrums aantreft.
De Blue Line
Misschien wel het meest besproken en in onze geest ingeprente stuk(je) Libanon, de “Blue Line“, de grens met Israël. Een hoge muur, prikkeldraad, masten met camera’s en uitkijkposten. Duidelijker dan dit krijg je de verscheuring tussen twee landen niet te zien. Indrukwekkend en verdrietig om daar te staan. Heel even geen trotse Unfiller maar een fotograferende Chinese toerist. Een machteloos gevoel eigenlijk wel…

De afgelopen twee dagen werden wij meermaals vergezeld door 4 stoere mannen van de Libanese veiligheidsdienst. Soms op de achtergrond en som pontificaal naast en tussen ons. Voor mij en Saskia niet echt storend of intimiderend, het gaf ons juist een gevoel van veiligheid. En ja, op veel bezochte en doorkruiste plekken moest je het niet in je hoofd halen om te fotograferen dan wel iets te roepen.
Net als gisteren aten wij buiten aan het zwembad van het hotel.
Gedachten
Het wil nog niet tot mij doordringen dat wij het UNIFIL gebied morgen gaan verlaten. Heb ik wel genoeg gefotografeerd, opgeschreven, in mijn koppie opgenomen? Het is veel te veel en veel te weinig. De genoten tijd op 7.2 voelt nu een beetje tekort aan. Hoe lang ben ik eigenlijk bij mijn post geweest (met aftrek van het kasteel). Het voelt als te kort. Zoals de volle dagen nu gaan en waarschijnlijk gaan komen, houd ik dan nog deze minuutjes vast?
donderdag 27 april
Vanochtend checkten wij uit in het hotel.
Unifil monument Tyre
Op korte afstand van het hotel parkeerde de bus bij het UNIFIL MONUMENT. Daar deden wij wat wij moesten doen, gedenken. De militaire groet brengen en twee minuten stil zijn om onze gevallen maatjes te eren. Wat mooi om dit te mogen doen en mee te maken. LEST WE FORGET
Hippodroom Tyre
George hielp ons, om de excursie dag maar mee te beginnen, van een fabel af. Dit hippodroom heeft nooit een rol gespeeld in de film Ben Hur. (Iets met zeepbel en doorgeprikt in mijn hoofd. Iedereen en alles dus 41 jaar een fabel voorgehouden). De restanten van dit hippodroom hebben anders wel de omvang en grote van die je in de film ziet. George vertelde ons opnieuw honderduit over al het indrukwekkende wat wij zagen. Terwijl wij op de restanten zaten van wat ooit de tribune was kwam het 11e uurtje voorbij. Onvoorstelbaar allemaal!
We verlaten het Unifil gebied en reizen in noordelijke richting om in Sidon te belanden.
Kasteel Sidon
Het kasteel van Sidon ligt in zee en is nog redelijk in takt. Wij kregen ruimschoots de tijd om het te bezoeken en genoten van het uitzicht. Het bleef mij ook verbazen dat je nergens, maar dan ook nergens iets van veiligheidsmaatregelen (zoals wij die gewend zijn) tegen komt. Een misstap en je ligt meters lager op de rotsen. En zo te zien ging je dit niet overleven.
Hierna was het tijd voor de inwendige mens en bezochten wij de Souk (markt) van Sidon. Dat was gaaf zeg, zo’n echte markt die je wel eens in films of foto’s voorbij ziet komen. Nauwe straatjes vol met winkeltjes waar alles wat het land rijk is aan handelswaar verkocht wordt. Kijken maar niet kopen was ons treven, dat ging al snel mis want niet veel later werd Saskia bij het kopen van een sjaal uitgehuwelijkt. En ik vond een toepasselijke jurk voor de avond die ging komen. (En ik had mijzelf nog zo beloofd om de rest van het gezelschap niet te choqueren).
Beiroet
Het is al aarde donker als wij Beiroet bereiken. Er stond wat moois op de agenda dus de tijdsdruk was enorm. Ons hotel, Le Commodore ligt in Hamra, het centrum en probeer daar maar eens op tijd te komen in een miljoenenstad waar iedereen op de weg maar doet wat hem of haar maar uitkomt. De hoofstraat zou met ruimte voor twee rijbanen onder normale omstandigheden goed te berijden zijn maar als menigeen zijn auto dubbel parkeert is het andere koek. Met een staaltje stuurmanskunst van heb ik jou daar lukte het Afif om de bus een nauw straatje in te krijgen waar je eigenlijk nog met geen Fiat 500 in kon draaien. (En dat onder het genot van luid toeterende auto’s).
Koningsfeest
Een klein uurtje bleef er over om ons klaar te maken voor het Koningsfeest. Deze avond geen diner maar luxe hapjes. Wij waren enkele dagen geleden spontaan uitgenodigd door onze ambassadeur in Libanon. Hoe mooi was dat! En dat gaf bij sommige wel een beetje stress, want wie had er nu kleren bij zich voor zo’n jetset party? Niemand dus! Vandaar dat ik gelukkig nog snel een Libanese jurk kon scoren en Saskia iets in de koffer vond waarin zij kon stralen.
Vervolgens werden wij op een luxe Beach club (pal naast de Raouche Rotsen) als VIPS verwelkomt door de vriendelijke Ambassadeur en zijn lieve vrouw.
En wat hebben wij die avond gefeest en gegeten want alles wat maar een beetje Hollands was kwam op schalen vol voorbij. Bitterballen en haring eten in Beiroet, het kon allemaal!
Afif reed twee maal naar ons hotel. Een keer om 20:30 en een maal om 22:30 uur. Drie maal raden in welke shift wij zaten? (En schreef ik een tig aantal blokken terug niet iets over alcohol en over uittesten voor dit schrijfsel? Nou, het smaakte mij best wel. En dan toch spijt hebben omdat ik het Saskia wel lastig maakte bij het arriveren in het hotel).
vrijdag 28 april
School
De bezochte school wordt ondersteund door Veteranen voor Libanon (VVL). Tijdens het ontvangst door de directie en tijdens de rondleiding zagen wij wat voor moois en goeds VVL allemaal voor elkaar heeft gekregen. Door sponsoring hebben zij het onder andere voor elkaar gekregen dat de school een stabiel en snel datanetwerk heeft en kinderen over laptops/computers beschikken. Zeer indrukwekkend allemaal.
Cederbos
We reisden af naar het hooggelegen cederbos. (Cedars of God) Een ongelofelijke tocht op zich. Iedere keer als je denkt dat het niet hoger kan passeer je weer een bergpas met zicht op een nog hoger gelegen gebied. (Rond 09:30 stapten wij bij de school in de bus en mijn eerste foto in het bos is van 15:23 uur). Onderweg maakten wij bij diverse bezienswaardigheden en overweldigende uitzichten tussenstops. (Toch wel handig dat ik naast de analoge camera ook een digitaal exemplaar tot mijn beschikking had. Je fotografeert wat af op zo’n reis). Bij een van de tussenstops stonden al een reeks cederbomen en raapten cederappels van de grond. (Weet niet of het zo heet, ze lijken wel op een dennenappel).

Zo bezochten wij ook het dorp en museum van Gibran Khalil. (Had nog nooit eerder van de beste man gehoord). Deze man heeft heel veel moois gemaakt en geschreven. Met geen pen te beschrijven. Mijn pen al helemaal niet. Het zal mij niet verbazen dat onze gids George voor een verkoopstijging van het boek ‘The Prophet‘ gaat zorgen.
Bij aankomst van het cederbos (op 2300 meter hoog) liepen wij eerst door tientallen toeristische winkeltje naar een van de restaurants. (Uit respect voor onze gids en de organisatie zal ik mij maar over het eten aldaar niet verder uitweiden. Daar konden zij tenslotte ook niets aan doen).
Tja, dan ga je het bos in en weet je niet meer wat je overkomt. Zo overweldigend mooi en niet te vergeten de sneeuw die daar nog ligt. In de ochtend in je blousje in de warme zon en een paar uur later sneeuwballen gooien. Het was maar goed dat iedereen was voorbereid door een vest of jas mee te nemen.
Bedevaart en klooster(s)
De vallei naar en vanaf het cederbos heeft vele bedevaart plekken en prachtige kloosters, jaarlijks maken mensen de meerdaagse reis te voet langs al deze schitterende locaties. Onderweg terug naar de kust deden wij er eentje aan, Het Klooster van Qozhaya, met een grot waarin ooit monniken leefden die na 200 jaar bidden pas besloten om er dit klooster te bouwen. (200 jaar!). De weg ernaartoe was opzicht al een feestje, wat een prachtige omgeving, zelden zoiets moois gezien. (https://youtu.be/WKv1xNxnpfY). Toen wij er waren werd er nog steeds gebeden en luide een der monniken de klokken zoals wij dit vroeger in Nederland zagen. Je kent dit wel, een monnik in habijt al trekkende aan het koord van de klok a la André van Duin.

Het was inmiddels pikkedonker toen wij opnieuw bij restaurant Malena in Byblos gingen dineren. De hele dag rommelde het hier en daar, toch leken de weergoden ons goed gestemd, tot aan Byblos dan. De hel brak los met onweer en bakken met regen.
Gedachten
Is dit nu waar ik bang voor was, het vergeten van de twee dagen die wij langs onze posten maakte. De indrukken van vandaag en gisteren zijn over de top en zo vol dat ik even niet meer weet wat ik allemaal wel niet heb beleefd. Het is 100% prachtig en overweldigend, dat op zeker en wil helemaal niet weg of zo. Sterker nog, hetzelfde gevoel als na 1982 bekruipt mij al een beetje, ik had nooit weg moeten gaan.
zaterdag 29 april
Onze eerste extra reisdag (Dank je wel Transavia!). Vandaag doen wij Tripoli en Batroun aan.
Tripoli
Na diverse plaspauzes bereikten wij de meest noordelijk gelegen stad in Libanon. Als eerste bezochten wij het kruisvaarderskasteel Raymond de Saint-Gillis. Dit kasteel was anders omdat het Libanese leger er een (soort van) basis had. Bij de opgang naar het kasteel loop je pal langs een rits van m113 rupsvoertuigen en her en der bewapende militairen. Je moest daarom heel goed opletten met fotograferen. Het kasteel met zijn uitzicht was anders fenomenaal! Het was het laatste kasteel wat wij deze reis bezochten en al hadden wij er al wat voor onze kiezen gehad, het blijft spectaculair. Ook dit kasteel moet je gewoon gezien hebben. Daarnaast bood het , net als de andere, een prachtig uitzicht over de stad en de altijd zo mooie zee.

Tripoli is een arme en zeer vervuilde stad. Vanaf het kasteel hadden wij al zicht op een grote souk, zo’n markt van kleine nauwe straatjes waar handelaren hun waar uitstallen en je je letterlijk doorheen mag wurmen. Na het bezoeken van een naastgelegen badhuis uit de tijd van Floris de 5e (of zoiets) kregen wij een half uurtje vrijaf om te verdwalen in deze souk. Om niet echt te verdwalen dan wel voor de extra gezelligheid deden wij dit samen met reisgenootjes Enno & Monique. Wij redde het om binnen het gestelde half uurtje op de afgesproken plek aanwezig te zijn. (door 50% van de al doorkruiste straatjes te pakken). Vanwege de vondst van een vliegend tapijt, lees: stof, liep het een klein beetje uit. Dat gaf ons extra tijd om indrukken te absorberen, stilstaan zonder cultuur te snuiven is er gewoon niet bij.
Stoomtreinen
Onvoorstelbaar! Langs de kust van Tripoli ligt een verscholen stukje niemandsland waar geen toerist komt en de tijd jaren heeft stilgestaan. (vanaf eind 1967 meen ik gehoord te hebben). Onzichtbaar door hoge struikgewas en bomen stapte je op een rangeerterrein vol met achtergelaten stoomtreinen, de een nog mooier en indrukwekkender dan de ander. Overwoekerd en verroest maar vol van schoonheid. Ik keek mijn ogen uit! (Dat was nog eens iets anders dan mijn LEGO treintjes).

Batroun
Van een vervuilde arme stad naar een hemels plaatsje, dat kan allemaal in Libanon. Deze keer ging de hemelpoort wel open en werden wij door engeltjes getrakteerd op onweer met een stortbui. Wat wel weer voor een mooie glans laag van de straten zorgde. Het kon het Libanese bruidspaar voor de St. Stephanuskerk echter niet van hun stuk brengen. Het weer gaf ook een mooi spektakel bij de muur van Batroun. Een Fenicische muur die gebouwd was om de bevolking te beschermen tegen vloedgolven.

BLAST
Confronterend en pijnlijk. De plek des onheils is niet te omschrijven. Verwrongen staal, restanten van de graansilo’s en loodsen en gebouwen. Schepen die door de luchtdruk op z’n kant in het water liggen. Aan de andere kant van de kustweg herstelde hotels en bedrijfsgebouwen met daartussen objecten waar nog geen steen of venster is hersteld. Waar je ook maar kijkt, hoeveel pirouetjes je ook maar maakt, overal zie je wat de BLAST heeft veroorzaakt. AUW!

Het was reeds donker en redelijk rustig qua verkeer in Beiroet. Onderweg hiernaartoe was reeds besloten dat iedereen vrij was om ergens te gaan dineren. Afif bleef in de tussentijd netjes wachten voor het geval er een groepje ergens verderaf wilde gaan dineren. Omdat niemand hier gebruik van maakte besloten Saskia en ikke hem mee uit eten te nemen. Het vinden van een betaalbaar restaurant(je) bleek in de miljoenenstad minder makkelijk dan gedacht. Na lang zoeken vonden wij iets waar wij alle drie blij van werden. En gezellig dat het was!
zondag 30 april
Onze laatste dag. Uitchecken uit het hotel en daarna diverse bezienswaardigheden bezoeken.
Beiroet
De tocht door Beiroet begon bij het martelaarsplein, de Blauwe Moskee en Down Town. George leidde ons al vertellend door de straten en rondom bezienswaardigheden. Waar wij naar binnen konden, gingen wij naar binnen. Na een kort overleg met een militaire bewaker konden wij door een hek Down Town binnen. (Dit gebied behoord toe aan de regering en is vanwege dreiging al sinds de BLAST verboden terrein). Wat kan ik hiervan zeggen? Het gebied ziet er aan de ene kant meer dan prachtig uit, aan de andere kant zijn dingen nog als net na de BLAST. De meeste winkels zijn niet hersteld, de ruiten liggen er nog uit en binnenin is het nog een ravage. Enkel de handelswaar was weg. (Maar voor de rijken waren de luxe winkels wel opgeknapt dan wel opnieuw gebouwd. Waar zou je anders zonder Rolex, Breitling of Louis Vuitton zijn).
Het Nationaal Museum van Beiroet
Het museum is het huis van George, althans, zo zag ik het na al die dagen die wij met hem deelde en hij vol passie bij de bezochte bezienswaardigheden alles vertelde. Die man weet echt alles! En als je zag hoe hij glunderde als hij over de kunstschatten in het museum alles uitlegde dan zou je zien en horen dat het zijn thuis is. Hij vertaalde zelfs de hyroglieven alsof het zijn dagelijkse taal is.
Zonder meer een prachtig museum met meer dan alleen kunst. Dit omdat het museum in de vele oorlogen door milities gebruikt werd als uitvalbasis. Hier en daar zie je hun barbaarse verwoesting en voor eeuwig kapot gemaakte kunstwerken.
Het Riviera Hotel
Het (mij niet bekende) Riviera Hotel heeft voor ons iets heel speciaals. Mijn schoonmoeder was in 1973 zwanger van Saskia toen zij als KLM stewardess in dit hotel verbleef. Omdat toen net een burgeroorlog begon werd dit verblijf iets wat spannender dan gepland. Het koste haar vader enige moeite om zijn vrouw veilig en wel uit Libanon te krijgen. (Nog voor onze reis dacht mijn schoonmoeder dat dit hotel en zwembad aan zee al lang was gesloopt, niet dus).
De Duivenrotsen in Raouche.
De hele reis, waarin wij meermaals Beiroet doorkruisten, was ik nieuwsgierig naar deze rotsen. Immers zie je bijna niets anders als je Beiroet Googelt. Dit bezoek aan de rotsen was het meer dan waard! Werkelijk Prachtig. (En herkende daar ook de plek van het Koningsfeestje, het ligt er pal naast naar toen gewoon niet gezien..).
SABRA & SHATILA
Hier zit en zat heel veel pijn. Hier zijn tijdens mijn en een andere reisgenoot aanwezigheid in Libanon duizenden mensen afgeslacht. Wij beiden hadden ons destijds opgegeven juist daar de mensen te beveiligen. Tevergeefs, want de bobo’s die daar over gingen stonden het niet toe. Dankzij de reisgenoot reden wij langzaam langs en door de twee Palestijnse kampen. Je weet gewoon niet wat je ziet, nog steeds even schrijnend en pijnlijk. Wat hebben wij hier verschrikkelijk tekort geschoten! Waren wij daar juist niet om de bevolking te beschermen. Even ‘UIT‘!
Gelukkig, even een stukje rijden. Weg van de snelweg en tijd om te herpakken. We rijden richting Deir el-Qamar.
Beiteddine Paleis
Bij het benaderen van Beiteddine genoten wij eerst een voortreffelijke lunch in Deir el-Qamar. Ik weet niet hoe het andere verging, maar het voelde voor mij een beetje aan als het laatste avondmaal. (Nog net geen galgenmaal).
Het paleis zelf zag er aan de buitenkant wat saai doch indrukwekkend groot uit. Aan de binnenkant was dit wat anders. Bling bling, pracht en praal kwam ons tegemoet en keken onze ogen uit. Het bleef mij maar verbazen wat de mensen vroeger konden bouwen en met eigen mankracht zonder de gereedschappen die wij nu kennen konden maken. Een paleis vol met vakmanschap waar de kennis en kunde om dit moois te maken bij ons al meer dan een eeuw is verdwenen. (Ik ken iemand die heel erg onder de indruk was van het concept Sultan & Harem).
Op de terugweg een korte stop gemaakt bij een souvenirshop in Deir el-Qamar om de laatste prullaria in te slaan. (Toen de eigenaresse hoorde van Saskia dat ik een Unifil Veteraan ben bedankte zij mij honderduit en kreeg ik een cadeautje van haar).
Airport
Wij waren toch echt op tijd maar door allerlei omstandigheden leken Saskia en ikke toch te moeten rennen voor ons leven om het vliegtuig te kunnen halen. De trage afhandeling bij douane en het rommelige inchecken was daar niet alleen debet aan. Mijn rugtas had bij het scannen interesse gewekt bij de militaire politie. Het kwam allemaal goed, maar daarvoor moest de tas wel drie keer door de scanner en twee keer van top tot teen worden uitgemest. Hierdoor liepen wij pas op 10 minuten voor boardingstijd door de laatste controle heen. (En moesten wij nodig plassen en noodzakelijke taxfree items kopen).
En dan kom je bij de gate……. bleek het vliegtuig 1 uur vertraging te hebben. (Om niet veel later in een rookhol vol Arabische mannen te belanden waar je notabene naast twee transvrouwen zit, oké dan maar. En als het niet gekker kon, onze co-piloot was er ook een). Moest er even over nadenken om dit laatste wel te schijven want wie mij kent weet hoe ik tegen die wereld aankijk. Net als ik in die negen dagen geleerd heb en een wijze gids mij vertelde: wij zijn allemaal mensen en elk levende ziel heb je te respecteren zoals die is.
En toen moesten wij ons alsnog haasten naar de gate waar een ontzettend rommelige boarding plaatsvond. De een moest via de slurf naar binnen en de ander (waaronder wij) via het platform en de trap. Zo op het eerste oog zagen wij onze koffers niet in Nederland aankomen. Niet veel later stegen wij op.
gedachten
Daar zit je dan, in het vliegtuig met een enorme brok in de keel. Liet Sabra en Shatila mij al niet los, nu helemaal niet meer, heb het gevoel dat ik zo in huilen uit ga barsten. Voel mij leeg en ook vol heimwee, nu al. Het afscheid van George en Afif viel mij zwaar en toen het vliegtuig opsteeg leek het wel of alle grond onder mijn voeten wegzakte. Straks weer in Nederland met zijn regels enklagendeneeuwigzeikendevolk die je niet kunt vergelijken met die in libanon, gat-ver-re-dam-me, echt geen zin in. Onze kids weer in de armen kunnen sluiten is het enige lichtpuntje nu in het vliegtuig. Ik kijk niet naar buiten, maak geen foto’s, want ik vlieg weg van het land waar mijn hart ligt.
Het ging op Schiphol redelijk snel, gekreukeld en moe vielen wij in de armen van Daniël en Sophie. We zijn weer thuis. Tijd om alles te gaan verwerken. Dat gaat nog wel even duren.
RESUME
Als je van mij wilt horen hoe de reis georganiseerd is dan zeg ik alleen maar: Top Klasse! Alle dagen met al haar bezienswaardigheden liepen geolied in elkaar. Alles was tot op de puntjes toe perfect geregeld. En let wel, alles, maar dan ook alles zat in de reissom dus geen vervelende en onverwachte meerkosten of zo. Mits je aan de alcohol ging. Dat zit er, voor sommige jammer, niet bij inbegrepen.
De bezoeken aan de Unifil-posten vergde meer (te verwachtte) tijd. Gewoon omdat er iedere keer andere mensen met andere te bezoeken plaatsen zijn. Plaatsen die vaak na al die jaren moeilijk zijn terug te vinden. Soms bereikbaar met de bus en soms te voet. Ga daar als organisatie maar aanstaan.
Dit neemt echter niet weg dat ik aan het einde van de rit toch het gevoel heb te weinig tijd op mijn post te hebben gehad. (Aan de hand van foto-info slechts een minuut of 10). Had ik beter moeten communiceren? Had ik eerder moeten aangeven dat het kruisvaarderskasteel mij, op het uitzicht op post 7.2 na dan, verder niet veel interesseerde en de verloren tijd alhier spijtig vind? Het was ook de eerste post die wij tijdens deze reis bezochte en ook de enige post waar, achteraf gebleken, iedereen in de bus bleef zitten en de bevolking in de moskee zat.
“Wij bezochten het kasteel van Chamaa waar 7.2 aan de voet lag”.
Onze reisleiders, gids en chauffeur zijn naast hun kennis geweldig fijne en lieve mensen die er alles aan deden om ons welkom, warm en veilig te voelen. Zij stonden ons bij in moeilijke momenten en deelden ons vermaak.
De reisgenoten waren stuk voor stuk geweldige mensen, je hebt dat tenslotte niet voor het uitkiezen. De kennismaking dag vooraf zorgde al bij de eerste dag voor een makkelijke omgang met elkaar en dit groeide met de dag. (Zo hielpen de dames elkaar met het bij-verlichten in donkere toiletten). Nu ben ik zelf niet zo van het vrienden maken maar iedere deelnemer heeft wel een warm plekje in mijn hart.
Het eten was, op één tent na, meer dan voortreffelijk en slechts één reisgenoot heeft buikloop gehad. (En als er een gevoelig is voor buikloop dan ben ik het wel na 2x salmonella vergiftiging en 1x het norovirus te hebben gehad). Bereid je voor op een overdaad aan eten. Het is doorgans vers van het land of net halal geslacht. Wij dachten aan het einde van de rit moddervet thuis te komen maar dat bleek juist andersom te zijn. De restanten van het eten gaan daar niet als bij ons de kliko in maar wordt verdeeld onder het personeel of gaat naar armlastigen.
Het land is buitengewoon interessant en mooi. Niet altijd schoon en fris en vol met tegenpolen. Het ene toilet is brandschoon terwijl je het andere nog niet aan je ergste vijand toewenst. De ene stad of plek is te vies om beet te pakken terwijl je even later bij wijze van spreken van de grond kunt eten. Verval en opbouw gaan hier hand in had. De inflatie is schrijnend, het verschil tussen corruptie-rijk en straatarm is op iedere straathoek en 24/7 aanwezig.
De infrastructuur laat te wensen over en de stroomvoorziening is uiterst onstabiel, zo valt om de haveklap de stroom uit. Enne, over dataverkeer maar niet te spreken. Je telefoon is daar alleen maar handig om te fotograferen. Storend? Absoluut niet, het gaf de reis alleen maar een extra demensie. Regels en wetten? Die zijn er dus vrijwel niet. Alleen respect voor alles wat leeft en de normen die de vele gemengde geloven vragen. En dat is daar meer dan voldoende om met de flow mee te gaan.
In mijn tijd was het verstandig om ‘s-ochtends je kisten uit te kloppen want je kon onaangenaam verrast worden door een schorpioen. (Over joekels van spinnen, slangen en ander onaangenaam kruipend en vliegend ongenoegen maar niet te spreken). Nou, wij hebben er niet één gezien en er was zelfs geen vlieg of mug te bekennen om dood te slaan. Wij zagen meerdere keren wel grote hagedissen en die waren super leuk om te zien.
In Libanon kom je tijd, ogen en oren tekort. Een dag is niet genoeg, negen dagen waren niet genoeg, het is nooit genoeg. Libanon is zeer gastvrij en dankbaar. Wij bezochten locaties in de orange en rood gekleurde reisgebieden en die reisadviezen zijn zeer overtrokken. Geen vuiltje aan de lucht daar. Het niet toegankelijk maken/houden zorgt mijn inziens alleen maar voor meer armoede.
Over armoede gesproken. Wij zijn slechts enkele keren aangesproken door mensen om iets bij te dragen voor voedsel. Het was en voelde niet als lastigvallen en van dwingen was al helemaal geen spraken. Zakkenrollers en struikrovers schijnen zij daar niet te kennen. Libanezen zijn er trouwens erg op gevat dat toeristen niet lastig worden gevallen. (Of het moet aan onze zelfverzekerdheid en uitstraling hebben gelegen. Waren wij meer thuis dan wij dachten?).
Het thuisfront en bevriende mensen waren ongerust over onze veiligheid aldaar. Daar kan je iedereen over gerust stellen, het is daar absoluut niet onveilig. Sterker nog, op de plekken waar je het wellicht zou verwachten zijn de mensen ook respectvol en vriendelijk. (Je waant je daar veiliger dan op menig plekken in sommige Nederlandse steden). Omdat ik kort slaap liep ik meerdere keren ‘s-ochtends heel vroeg de straat op om het ontwaken van dit mooie land mee te maken. Dat ging prima en als je in de gelegenheid komt zou ik zeggen: DOEN! Een andere reisgenoot skipte een dagje en trok er alleen op uit, wat de mooiste foto’s van Beiroet opleverde.
In het voorwoord sprak ik over de analoge fotocamera. De hiermee gemaakte foto’s waren nog niet gereed bij het publiceren.
TIPS
Foto’s
Neem foto’s mee van de oude post waar je hebt gezeten en vooral van de locals waar je destijds shots van hebt gemaakt. Laat wat kopietjes maken, het zou zo zomaar kunnen gebeuren dat je de mensen op jouw foto’s tegenkomt (of familie daarvan) en die maak je daar heel blij mee.
Kleding
Casual kleding is alles wat je nodig hebt. Op sommige plekken is het wel gewenst om niet al te bloot binnen te komen. In het ergste geval krijg je dan een passend kleed aangemeten. (Hè Saskia). Het is verstandig om op de meeste plekken gesloten en degelijke schoenen te dragen. Een regenjasje was tijdens ons bezoek eenmaal nodig en af en toe kwam kwam er vest uit de koffer.
WC- en papier
De riolering en wc papier zijn in Libanon geen vrienden van elkaar. Als er al wc papier in openbare gelegenheden aanwezig is dan is het vaak de regel gebuikt papier in een bak te deponeren dan weg te spoelen…. (Voor de dames is het een pre om een aantal velletjes bij je te hebben. De wc’s zelf gaan van schoon tot redelijk tot afknijpen maar, daar wil je nog in geen honderd jaar op zitten).
Mayonaise
In sommige restaurant krijg je heerlijk gefrituurde aardappelpartjes of Vlaamse patatten. Sommige Hollanders (noem geen namen) associëren dit dan gelijk met mayo en dat hebben zij daar niet. Kan je echt niet zonder, stop dan een tube van dit goedje in je rugtas.
Tot slot
De zes maanden toen en de 41 jaar die er tussen zitten loop je in die negen dagen niet in. De terugkeer op Libanese bodem was hemels en het daar weer staan waar je zo graag wilde staan zit bij mij nog in een soort van cocon, alsof ik het gedroomd heb. Nu, enkel weken later leven wij nog in een roes en willen niets liever dan terug, liever gisteren dan vandaag. Het heeft ons in ieder geval bijzonder goed gedaan. (Saskia, die eerst absoluut niet wilde meegaan springt nu het hardste om terug te keren). Wellicht door de korte tijd bij daar waar 7.2 ooit stond of omdat ik het ondergaan heb als een onwerkelijke situatie, een droom, kan ik het er niet bij laten. Wat ik daar toen heb achtergelaten bleek nog steeds in iedere vezel aanwezig te zijn. Net als met het diorama is het niet af en realiseer mij te degen dat dit ook niet gaat gebeuren. Wel ben ik ontzettend dankbaar dat het mogelijk is geweest terug te keren en blij dat Zuid-Libanon niet meer zo zwart-wit is als in mijn herinneringen. En misschien wel het mooiste van alles is, wat ik altijd aan mijn gezin heb verteld: dat “Libanon het mooiste land ter wereld is”, dat heb ik nu met Saskia live mogen delen. Tot de volgende keer!
(Dit verslag zal de komende weken nog hier en daar worden aangepast, al naar gelang overige bevindingen en correcties).
EVEN VOORSTELLEN
Gerrit kracht
Foto:
Jeannet Kleine Schaars
Jaar in Libanon: 1979
POST(EN)
Yatar 7-11, Kafra 7-21,
Sribbin 7-13, 7-15A,
Nakoera 7-1? n
Tyre Barracks